1.4.b Doe-opdracht: bomen zoeken en spelletjes doen

1.4.b Doe-opdracht: bomen zoeken en spelletjes doen

1. Kijk op de bomenzoekkaart.
Welke boom ken je?

2. Maak samen een wandeling.
Neem de bomenzoekkaart mee en een potlood.

Zoek buiten naar een boom.
Staat er een boom op of vlakbij het schoolplein?
Kunnen jullie ontdekken wat voor boom het is?
En kunnen jullie nog meer bomen vinden?

3. Doe spelletjes bij een boom.
Als jullie een boom hebben gevonden, kun je hier een spel bij spelen.
• Bijvoorbeeld touwtje springen. Bind het touw aan de boom, de andere kant wordt door iemand gedraaid.
• Of Annemaria koekoek. Een kind staat bij de boom. De andere kinderen staan een stukje verderop. Het kind bij de boom gaat met de rug naar de anderen staan en zegt: ‘Annemaria…’. De rest van de kinderen loopt snel naar het kind bij de boom. Dan zegt het kind bij de boom: ‘Koekoek!’ en draait zich om. Wie er dan nog beweegt, moet weer terug naar start. Zo gaat het spel door totdat een kind als eerste het kind bij de boom kan tikken. Dit kind heeft gewonnen!
• Of misschien weten jullie zelf nog wel een spel of kunnen jullie er zelf een verzinnen…

Geen boom in de buurt? Dan kun je bomentikkertje spelen.
Als je getikt bent ga je met je armen omhoog en benen wijd staan (net als een boom).
Als een ander kind onder jouw benen doorkruipt ben je weer vrij!