1.4 Kennisvergroter: wat doen je hersenen?

1.4.b Kennisvergroter: Wat doen je hersenen?

De hersenen regelen:
• hoe je beweegt (bijv. ademhalen, lopen)
• wat je doet (bijv. huilen)
• wat je onthoudt (bijv. wat je gisteren hebt gegeten)
• wat je denkt/voelt (Als je iets ziet, hoort, voelt, ruikt of proeft, geven je hersenen er betekenis aan: je proeft bijvoorbeeld patat en denkt: ‘Wat lekker!’.)

Hoe werken je hersenen?

Je hersenen geven betekenis: ze ‘zeggen’ wat iets betekent.
Voorbeeld:
Het mkaat neit zoevel uit in wleke vorlgode de lerttes van een wrood saatn.
Als de eetsre en de ltasate lteetr op de jsuite paatls saatn,
kun je de mesete wreoodn gweoon leezn.
Dit kmot ddaorot je hrnenesen de ltretes niet arpat leezn, maar als hlee woredon.

Soms worden je hersenen gefopt.
Dat heet gezichtsbedrog of optische illusie.
Voorbeeld:
Welke platte lijn is langer? De bovenste of onderste?

Nog een voorbeeld dat je hersenen gefopt worden:
Luister goed bij onderstaande video…

En nog een voorbeeld dat je hersenen gefopt kunnen worden:

Als je een hersenaandoening hebt, werken de hersenen niet goed:

Kijktips bij het project: op de website van Het Klokhuis vind je allerlei video’s over hersenen en bijvoorbeeld alzheimer, autisme of ADHD.